Wetgeving

De arbeidsrelatiewet (programmawet (I) van 27 december 2012) regelt de wijze waarop de aard van een arbeidsrelatie wordt bepaald om zo het fenomeen van schijnzelfstandigen en schijnwerknemers te bestrijden.

Deze wet bepaalt vier algemene criteria om te beoordelen of iemand werknemer of zelfstandige is, met name:

  • de wil van de partijen zoals in hun overeenkomst uitgedrukt
  • de vrijheid om het werk te organiseren
  • de vrijheid om de werktijd te organiseren
  • de mogelijkheid om een hiërarchische controle uit te oefenen

Voor bepaalde economische sectoren bestaat er een wettelijk vermoeden met betrekking tot de aard van de arbeidsrelatie, gebaseerd op specifieke criteria, opgesomd in de arbeidsrelatiewet of in een afzonderlijk koninklijk besluit. Wanneer meer dan de helft van de criteria niet zijn vervuld, wordt de arbeidsrelatie vermoed een zelfstandigenovereenkomst te zijn. Is dat wel het geval, dan wordt een arbeidsrelatie als werknemer vermoed.

In de volgende sectoren geldt een vermoeden:

Wet

Organisatie CAR

Sectoren